Algemene tips

Onderwerp kiezen

Bepaal liefst vooraf wat u wilt gaan fotograferen en hoe u dat in beeld wilt gaan brengen. Maak van het onderwerp meerdere opnamen uit diverse standpunten, hoeken, lichtinvalpunten en uitsnedes. Kies dan later de beste opname. Als u meerdere onderwerpen wilt fotograferen is het handig om een lijstje te maken en weg te strepen wat u al opgenomen heeft.

Onderwerp insluiten

Probeer het onderwerp zo nauw mogelijk in te sluiten. Als er een opname van het zwembad gemaakt moet worden tracht dan het zwembad zo beeldvullend mogelijk in te kaderen. Zeker met telefoon camera’s is het van belang om zo dicht mogelijk bij het onderwerp te komen. Als er een overzicht gemaakt wordt tracht dan ergens in het overzicht een detail zo dicht mogelijk in de buurt van de camera op te nemen om de opname nog interessanter te maken.

Standpunt

Probeer de foto eens te maken vanuit een ander standpunt dan u gewend bent. De meeste foto’s worden gemaakt op ooghoogte, soms is het echter interessanter wanneer u de opname op uw knieën, buik of nog lager maakt of juist meer de hoogte opzoekt op een trap, heuveltje of iemands schouders… Centraal of decentraal?Probeer het onderwerp zoveel mogelijk decentraal in beeld te brengen. Een centraal gefotografeerd onderwerp is meestal saaier dan een decentraal opgenomen onderwerp. Probeer het onderwerp meer boven of onder in het beeld te plaatsen, ook dat maakt het beeld vaak attractiever.

Staand of liggend

De meeste foto’s worden in het liggende formaat gemaakt. Dit is voor veel mensen de gemakkelijkste manier van fotograferen i.v.m. het vasthouden van de camera. Het kan echter geen kwaad ook af en toe eens een staande opname te maken. Sluit het onderwerp dan goed in om te voorkomen dat er te veel ruimte om het onderwerp heen ontstaat. Recht of schuinNiet alle foto’s hoeven recht gemaakt te worden, ook de horizon mag best eens schuin lopen. Vaak krijgt het onderwerp in de voorgrond een leuker accent als de camera iets schuiner gehouden wordt.

Met de zon mee of er tegen in?

Met de zon mee fotograferen levert meestal correct belichte opnamen op maar is niet altijd het fraaist. Tegellicht of licht van opzij maakt het onderwerp vaak veel interessanter. Strijklicht van opzij geeft vaak ook meer diepte aan het onderwerp. Let bij tegenlicht wel op dat de zon niet direct in de lens schijnt. Gebruik een zonnekap en een object zoals een boom, muur of persoon om te voorkomen dat de opname verkeerd belicht wordt of dat er vlekken in beeld ontstaan.

Belichting

Controleer altijd met een proefopname of de belichting goed is. Een slecht belichte foto is tot op zekere hoogte nog wel te corrigeren maar voorkomen is beter dan genezen. Als de camera over een tegenlicht correctie of spotmeting beschikt is het zeker de moeite waard om dit uit te proberen als de lichtomstandigheden te extreem zijn. Slecht belichte foto’s zijn te licht of te donker. Ook het contrast wordt ongunstig beïnvloed door een slechte belichting.

Contrast

Contrast is de hoeveelheid waarneembare details in lichte en donkere partijen. Wanneer bijvoorbeeld een witte bruid in een donkere tunnel staat is de vraag hoeveel er nog zichtbaar is van het kant van de bruidsjurk en hoeveel we nog kunnen zien van de graffiti schilderingen in de tunnel? Het genoemde voorbeeld geeft aan dat de contrast omstandigheden niet ideaal zijn. De enige oplossing is het verplaatsen van het onderwerp of bijlichten met flits of lampen. Het verplaatsen van het onderwerp geeft vaak het beste resultaat. Zet de bruid buiten in de tuin onder schaduw van wat bomen waar hier en daar iets licht doorheen valt en het contrast is teruggebracht tot een beheersbaar niveau.

Scherpte

Controleer met een proefopname altijd de scherpte. Veel camera telefoons hebben een zogenoemde fixed focus lens. Deze lens is altijd scherp vanaf een bepaalde afstand. Camera’s met autofocus hebben soms de neiging om het onderwerp te missen waardoor de achtergrond wel scherp is maar het onderwerp niet. Ook dit is met behulp van een proefopname goed vast te stellen. De meeste digitale camera’s met autofocus hebben een markering in de zoeker staan waar de scherpstelling plaatsvindt. Onscherpe opnamen kunnen helaas niet meer worden gecorrigeerd.

Bewegingsonscherpte

Bewegingsonscherpte ontstaat meestal in situaties waar er weinig licht beschikbaar is of waar het onderwerp snel beweegt. Soms geeft het de opname een dynamische uitstraling soms is de opname onbruikbaar door totale onscherpte. Tegenwoordig hebben de meeste digitale camera’s met grote lenzen de mogelijkheid om bewegingsonscherpte te corrigeren met behulp van “beeld stabilisatie”. Als uw camera deze mogelijkheid heeft, is het raadzaam deze functie constant aan te laten staan. Ook kan het helpen om de flits te gebruiken om de beweging te “bevriezen”. Een vaste hand of een statief biedt ook een goed alternatief. Wanneer mogelijk kan men de camera ergens op zetten en de zelfontspanner gebruiken om te vermijden dat de opname onscherp wordt. Indien het onderwerp snel beweegt helpt alleen nog maar het verhogen van de sluitertijd of meebewegen met het onderwerp tijdens de opname. Onscherpe beelden zijn helaas niet of nauwelijks te corrigeren met fotocorrectie software.